Jan en Sjaan 2020
Al maanden zeurt Sjaan Jan z’n kop gek 'Jan, het kan zo niet langer het is geen gezicht meer, die keuken moet een keer gewit worden.'
'Ja Sjaan' sprak Jan op gelaten toon, want dit was de zoveelste keer dat Sjaan hierover zeurde. 'Eerst de huiskamer Sjaan die is harder aan een beurtje toe.'
'Ach Jan je ziet zelf toch ook wel dat die keuken bijna okergeel is, ik kan er niet meer tegen hoor je me? 'Ja Sjaan ik hoor je, maar eerst de huiskamer!'
Als eerste werd het plafonnetje van de kamer gewit. Op de muren werd een fris behangetje geplakt en het zag er allemaal weer Spic en Span uit. Sjaan blij en in de startblokken voor de keuken.
'He Jan zal ik de keuken vast leeghalen, dan kan jij die aanstaande zaterdag witten?' 'Is goed’ Zegt Jan meegaand.'
Nu deed Sjaan toen der tijd alles nog met lucifer aansteken, het gasfornuis werd aangestoken met een lucifer, haar sigaretten alles met het bekende pakje lucifers in de hand. Sjaan had slechts één hele nare gewoonte. Zij zette de gebruikte filterzakjes van de koffie in het hoekje van het aanrecht zodat ze daar haar frutseltjes afval in kon gooien zo ook de gebruikte lucifers, opdat de zwanenhals onder de gootsteen niet meer zou verstoppen. ' Een ding Sjaan! denk er goed om, als ik die keuken gewit heb en jij flikkert weer van alles in dat hoekie krijgen we vandaag of morgen een keer braant (dit op z’n plaaat Uterechts!) dus niet meer doen graag! 'Nee Jan dat zweer ik op de gezondheid van mijn moeder.'
'Fijn dank je wel Sjaan, want asse we braant krijgen, weet ik niet wat ik je an ga doen maar goed zal het niet zijn!'
Zaterdagmorgen in alle vroegte trekt Jan zijn stofjas aan, pakt een trap, z’n kwasten en de blikken witsel, en gaat vrolijk fluitend aan de slag. Hij heeft de gang erin en gaat als een tierelier! Man... maan maan... wat knapte dat keukentje op, wat werd dat mooi en helder wit.
Jan was heel fier op z’n prestatie en dik tevreden en Sjaantje ook. Hij had het mooi op tijd afgekregen, zo rond etenstijd. Jan moest de nachtdienst in en voordat hij naar zijn werk zou gaan, aten ze eerst nog een lekkere warme prak. Na het avondeten kwam zoals gewoonlijk het toetje op tafel.Altijd gele vla, dat zat in van die plastic bakjes, dat vond ie zo lekker en daar deed Sjaan hem een plezier mee. Jan maakte zich klaar om 11 uur om de nachtdienst in te gaan, gaf Sjaan een zoen en vertrok.
Sjaan had wilde plannen, wilde lekker vroeg naar bed met een dik boek. Voordat ze naar de slaapkamer ging, bedacht ze; ik neem nog even een beker warme melk, daar slaap ik straks lekker op. Zogezegd, zo gedaan, de beker op het aanrecht en de melk in het pannegie.
Toen nam de macht der gewoonte het van haar over. Sjaan wilde nadat ze het fornuis had aangestoken de lucifer richting het hoekje in de gootsteen in het koffiefilterzakje gooien, maar bedacht zich nog net op tijd. Ze sprak zichzelf vermanend toe. ‘Nee Sjaan je hebt Jan beloofd dat niet te doen! Maar wacht ff, dat plastic bakkie van de vla ‘da ken netuurlijk ook, dat is tenslotte geen filterzakkie. Het bakkie werd keurig in de gootsteen gezet en Sjaan wierp achteloos de lucifer in het plastic bakje waar de vla in had gezeten. Sjaan vertrok met bekertje melk richting huiskamer. Genietend van haar melk kwam er plotseling een brandlucht in haar neusgaten. Ze had het gas toch uitgedaan, he hoe ken da nou weer? Mompelde ze geërgerd. Snel liep ze richting keuken.
Een dikke gore vette zwarte plastic lucht en zwarte roetwalm kwam haar tegemoet. Gesmolten plasticsliertjes vlogen langzaam omhoog tegen de net gewitte muren, het plafond en de keukenkastjes. Sjaan was met stomheid geslagen en daarna compleet in paniek. Ze liep binnen enkele minuten als een kip zonder kop met een emmertje sop en doekkies te rennen en te redden wat er te redden viel, want oh wee, stel dat Jan uit de nachtdienst komt en hij ziet dit, dan zijn de rapen pas echt gaar. Hij vloekt me stijf en daarna is het leed is echt niet te overzien.
Na flink poetsen en boenen was er nog maar bitter weinig resultaat te zien. Het bleef zwart en vet! Sjaan belde in hoge nood op de late avond hulptroepen in de vorm van dochter en schoonzoon, die de beroerdste niet waren en meteen in de auto sprongen. Ter plekke werd besloten opnieuw te gaan witten wat een heidense klus bleek, maar na stevig doorwerken mocht het resultaat er zijn. alles zag er voor het oog weer spierwit en knappies uit, niets aan de hand.
Moe maar voldaan ging het spul huiswaarts om de volgende dag onder het mom van ff een bakkie doen op Jan te wachten die vrolijk fluitend uit zijn bed de keuken instapte en er zwaar vloekend weer uit kwam. Pimpelpaars liep hij aan van kwaadheid. Hij tierde met fors stemgeluid,’ God God Godfried van Bouillon!’ Wat is hier gebeurd? Ze keken hem gedrieën schijnheilig aan. Hij stoof de kamer in en wees met priemende vinger op de vitrage die roetzwart waren, trok ze van de rails en zag……. ja zeg het maar
Tja foutje bedaaankt!! In de haast en de paniek had het verdoezelteam het raamkozijn met de vitrage ervoor over het hoofd gezien.
De eerste weken was het heel erg stil in het huisje van Jan en Sjaan. Muisstil...
Toen hebben ze het goedgemaakt en zijn ze gewoon weer met elkaar gegaan.
J©sephientje
geweldig het is nog steeds het verjaardags verhaal bij ons ''Sjaan is inmiddels overleden maar Jan is 91 en word nog steeds kwaad als we het er over hebben .Dank je lieve Jose voor het optekenen van dit verhaal. Ik weet zeker dat Sjaan zich een Rolling lacht nu
BeantwoordenVerwijderenGraag gedaan my pleasure.
Verwijderen