Voor Ans & Co
Een glimlach uit de hemel,
Afgelopen vrijdag in de stad gebeurde er allemaal weer bijzondere
dingen.
In Mokum en vooral in de Jordaan mijn geboortegrond is altijd iets
te beleven.
De tram was ontspoord, waardoor ik een aardig stuk moest lopen. In
de eetgelegenheid was de munt voor de verse munt thee op, dus die werd
tijdelijk van het menu geschrapt en ik stapte, flexibel als ik ben meteen over
op verse gemberthee, ook lekker. De blower om mijn handen te drogen na het
toiletbezoek weigerde dienst kortom het leek de hel wel zei ik om de
feestvreugde te verhogen want als je geen humor en zelfspot meer hebt, dan is
het leven niet meer leuk. Je moet het zelf maken. Dat probeer ik zoveel als in
mijn vermogen ligt.
Is het daarom dat ik zo af en toe wat speldenprikken uit de kosmos
krijg en als toeschouwer in de meest leuke en bijzondere scenario’s terechtkom?
Misschien wel, ik weet het waarachtig niet. Wat ik wel weet is, dat ik nog
steeds de pure verwondering heb die ik als klein meisje ook al had en dat ik
daar nog steeds blij en gelukkig van wordt. Het leven neemt soms kronkelige
zijpaadjes, om ons iets te tonen. Soms lopen wij mensen daaraan voorbij, maar
dit keer niet, dit keer werden onze harten diep (aan)geraakt.
Wij, drie leuke dames, waren vrijdag op een missie en zochten de
96jarige Fietje Stubbe op, die ook wel de Koningin van de Nieuwe Leliestraat
genoemd wordt.
Zij is een verbindende factor en al jaren min of meer beschermvrouw
van de gezelligheid. binnen haar straat en in de Jordaan. Daar waar het vroeger
normaal was als je elkaar groette, hielp daar waar nodig was, elkaar bijstond
in goede en slechte tijden, dat je het allemaal samen deed, lachen, huilen en
elkaar troostte, lekker eten samen aan een lange tafel in de straat, een
borreltje dronk voor de deur, een kaartje legde of koffie dronk in de
kipcaravan die op de hoek geparkeerd stond ( wel allemaal je eigen stoeltje
meenemen) de beroemde Jordanese gezelligheid die nooit verloren gaat zolang de
lepel in de iedereen wel bekende brijpot staat. Tante Fietje is de secondelijm
in deze en zij geniet van alles om haar heen.
Nu wil het, dat de ouders van mijn lieve buurmeisje en vriendin
boven tante Fietje hebben gewoond hetgeen op zich niet zo bijzonder is en dat
haar ouders een aantal jaren geleden gestorven zijn, net als de mijne.
Het is een natuurlijk gegeven, de dood hoort nu eenmaal bij het
leven en er komt voor iedereen ongeacht wie of wat je bent een tijd dat je
ouders de grote stap gaan maken en jij als wees achterblijft. Zo ook voor mijn
vriendin, die haar ouders nog steeds mist.
Op het moment dat wij samen het pand van tante Fietje verlaten,
schrijfvriendinnetje is nog binnen om haar gesprek af te ronden, ziet zij dat
het naambordje van haar vader, die daar het langst gewoond heeft nog aan de
muur hangt bij de bel.
‘Dat is raar’ zegt ze’ kijk dan Jo, dat hoort daar niet meer, vreemd
dat het er nog nooit is afgehaald. Zij krijgt iets onverzettelijks en zegt ‘dat
naambordje neem ik mee, dat hoort bij mij!’ Gelijk heb je zeg ik onderwijl het
topje van mijn vinger
eronder schuivend en wrikkend. ‘Pang’ zegt het bordje van zwart
bakeliet met witte lettertjes er vliegt een klein puntje af, maar zij vangt het
naambordje van haar vader keurig op. Ziezo! We staan allebei een beetje
heimelijk te lachen van opluchting. Mooi zo denk ik. Het bordje is in haar
jaszak verdwenen. Met een goed gevoel lopen wij de straat in.
Wij nemen afscheid van elkaar en vervolgen ieder ons eigen weg.
Twee dagen later schrijf ik mijn blog. Ik zoek op Google naar
tante Fietje Stubbe en kom terecht bij een filmpje van circa drieëntwintig
minuten dat in 2012 begint en elk jaar laat zien waarop hetzij de verjaardag
van tante Fietje met een draaiorgel voor de deur of andere festiviteiten
getoond worden, zoals ‘de stamppot’ wedstrijden voor de hele straat, waar onze
overleden burgervader Eberhart van de Laan Jurylid is samen met o.a. Jenny
Arean.
Ik geniet met volle teugen van dat stuk gezelligheid, dat ik af en
toe zo mis.
Dan valt mijn oog op een man met zilverwit haar die vanaf de
eerste verdieping mee staat te genieten en krijg ik de ingeving dat, dat wel
eens de vader van mijn vriendin zou kunnen zijn. Ik bel haar op en vraag
wanneer haar vader is overleden. Zij noemt het jaartal. ‘Luister, zeg ik tegen
haar, ik heb net een filmpje aan mijn blog toegevoegd over tante Fietje en de
Nieuwe Leliestraat.
En ik heb daarin jouw vader gezien.’ Even wordt het doodstil aan
de andere kant van de lijn. ‘Ga maar kijken zeg ik terwijl ik haar de gegevens
geef. Samen met haar man gaat zij het filmpje bekijken op de grote tv ( jaja de techniek staat voor niets) ‘ik spreek
je later’ zeg ik en druk de telefoon weg.
Een dik halfuur later laat zij mij weten hier zo blij mee te zijn,
haar moeder aan het dansen bij het draaiorgel, haar vader zittend op het bankje
voor het huis van tante Fietje, midden in het feestgedruis zijn daar opeens
haar ouders. Zomaar op een zondagmiddag
vlak voor haar neus in de huiskamer.
Laten zij weten dat zij het goed hebben daar waar zij zijn? Is dit
een knipoog uit het heelal, een glimlach uit de hemel?
J©sephientje. 9-9-2019
Reacties
Een reactie posten