Een zwanenhals.
Iedere familie heeft wel van dit soort waargebeurde verhalen die elk jaar weer op verjaardagen en andere feestelijke gelegenheden de ronde doen.
Dit is zo’n verhaal over Jan en Sjaan de ouders van een vriendinnetje van mij.
Sjaan is al een poosje gaan hemelen en hoewel ze een goed huwelijk hadden en Jan haar nog elke dag mist, werd Jan ook wel eens wanhopig van zijn lieve Sjaan, een soort van 'rampen Annie in het zuur.'
Sjaan had de vervelende gewoonte, om alles wat in de gootsteen terechtkwam door te spoelen. En als het niet ging zoals als het moest, dan kwam er een vork aan te pas en dan prakte ze het er desnoods met geweld doorheen. Beetje heet water erover en hop het riool in. Propere Sjaan hield gewoon van schoon.
Tot de onvermijdelijke dag kwam, dat de zwanenhals eindelijk een keer mudvol zat en de gootsteen voor geen meter meer doorliep. ‘Hoe kan dat nou Jan?’ vroeg Sjaan met een uitgestreken gezicht. ‘Loodgieter bellen dan maar?‘ ‘Niks daarvan veel te duur! Dit doe ik zelf wel’ zei Jan, die al mopperend zijn gereedschapskist ging halen en op het kleine aanrechtje zette. Nadat hij zijn waterpomptang eruit had gevist, ging Jan aan de slag. Onder de gootsteen zat het kastje waar de zwanenhals zich ook bevond. Het keukentje was niet zo groot, het kastje dus ook niet en Jan ‘de grote vriendelijke reus’ moest zich liggend op zijn rug, half op zijn zij zien te redden. Maar eerst moest alles uit het kastje verwijderd worden. Het kastje moest helemaal leeg zijn, anders kon Jan er niet bij en of in. Sjaan nieuwsgierig als ze was, leunde met haar beide ellenbogen op het aanrecht en pakte alles, wat er uit het kastje kwam, braaf aan. De zeepklopper, zes pakken Sunlight zeep, Sjaan hield, niet alleen van schoon, maar ook van veel, 3 pakken soda, 2 dozen wasmiddel, een flinke stapel vaatdoekjes, dweilen etc en een berg plastic tasjes kwamen allemaal uit het kastje. Daarna pas kon Jan zijn schouders en hoofd erin kwijt, net als zijn bovenlichaam dat ook langzaam verdween onder het kleine aanrechtje. Toen Jan bijna helemaal klem zat met een steelpannetje in zijn grote werkmans handen om de eventuele troep op te vangen, kon het echte werk beginnen. Het voorzichtig losdraaien van de Zwanenhals en vooral het pannetje eronder houden voor de opvang van...Het kostte Jan vanuit zijn lichtelijk benarde positie behoorlijk wat moeite, maar de zwanenhals gaf na een aantal keer flink wrikken mee en schoot los.
Het steelpannetje liep al snel vol met een gore stroperige drab die de verstopping had veroorzaakt. De geur was niet te harden, Jan werd er misselijk van. ‘Sjaan’ riep hij met luide stem vanuit het kastje met zijn kop onder de nog openliggende Zwanenhals, ‘hier pak an en gooi da pannegie ff leeg alsjeblief voordat ik gaat kotsen?’ Sjaan doet precies, zonder erbij na te denken wat haar baas haar opdraagt en kiept razendsnel de inhoud van het pannetje in de gootsteen. Dit keer was er geen vork voor nodig om het erdoor te prakken.
In de buurt hoorde men het galmen van Jan’s gebed. Hij sprak een hartig woordje met de Heer. Hij doorbrak daarbij in zijn eentje de geluidsbarrière en vloekte, terwijl hij de drab uitspoog het hele alfabet achterstevoren uitschreeuwde in het Chinees. Zijn eigen Sjaantje, zijn rampen Annie, betitelde hij als een stom wijf! Om daarna pas met een vieze vette stinkende kop het kastje uit te kunnen kruipen.
Het huis was uitgestorven. Sjaan was hem gesmeerd, ze had nog wel even snel een verschoninkje voor haar Jan neergelegd, dan kon hij maar meteen onder de pomp.
J©sephientje. 2020
Hahaha geweldig
BeantwoordenVerwijderenik was erbij xx
BeantwoordenVerwijderen